We gaan op reis en nemen mee…

De koffers kunnen worden gepakt, want komende zaterdag vertrekt ons vliegtuig naar het eiland Java! Morgen nog even het visum ophalen en de koffer uit de mottenballen halen, en dan zijn we niet te stoppen ya’all!

Aankomst in Kuala Lumpur

Dag mensen! Ja, jullie lezen het goed. Direct vanuit Kuala Lumpur het laatste nieuws over ‘da rude boys on a mission’…

We hebben zonet een gigantische bak koffie op bij Star Bucks. Een lekker Bakkie Bucks! Nog even rondneuzen hier en dan vliegen we richting Jakarta!

Eindelijk want Steef moet echt even een sigaret kunnen opsteken!

Hier wachten we nog op ons vliegtuig, het is 07.45 en we kunnen over drie kwartier inchecken..

Die ouwe Jerson, Stallie en Boot hebben zich vermaakt in het vliegtuig met de modernste snufjes. Zo was ons toestel voorzien van een complete filmbibliotheek van Ricard Geere. Altijd fijn. Spelletjes waren er ook, Weekend Millionaires doet het altijd goed. Topscore: 32000 klinkende euro’s. Alles bij elkaar zijn we nu helemaal kapot. Nog één vliegreisje en dan kunnen we lekker achterover hangen met een heerlijk 18 jaar oud glaasje single bottled Jack Daniels…

We zijn in Indonesië!

Het is wat laat maar we zijn goed aangekomen in Indonesië. Werkelijk fantastisch! Op het vliegveld “Jakarta Soukarno-Hatta” stond het ontvangst comité al klaar, Opa, Mala & Liaatje. Vanaf het vliegveld was het een uurtje rijden naar Tangarang, de plaats waar we zouden verblijven. Het was gelijk gezellig in de auto en we keken onze ogen uit. Mooie palmbomen langs de weg en het verkeer hier is chaotisch. Eenmaal aangekomen bij het huis, gelegen in de wijk Alam Sutera, deelden we onder het genot van een koud pilsje onze meegebrachte cadeautjes uit.

Na iets teveel biertjes en wat bij geklets gingen we nog wat inkopen doen bij de Makro en de Matahari. Bij de Matahari, een soort winkelcentrum, hebben we ook nog lekker wat gegeten. We waren zo moe van de reis dat we niet meer wisten hoe we moesten staan. Na het eten weer terug naar huis. We waren nu echt kapot.

Na de boodschappen hebben we lekker buiten gezeten met een drankje. Echt lekker om weer ‘s avonds buiten te zitten en lekker te chillen. Daarna vroeg ons bedje in gekropen want de volgende dag begint onze vakantie echt en daar willen we volop van genieten!

Dagje Jakarta

Vandaag begonnen we uitgerust en wel aan een nieuwe dag in “de Indo”. Op het programma stond een tripje naar de oude haven, waar statige houten schepen het straatbeeld beheersen. De schepen zijn zowaar nog in gebruik en worden gebruikt voor goederenvervoer.

Het wandelingetje in de haven met opa was ook vermeldenswaardig. We werden namelijk stapvoets gevolgd door onze eigen auto, onze chauffeur hield passend afstand, zodat als we klaar waren met onze wandeling, we direct weer in de auto konden springen.

Na het havenavontuur stapten we weer in de auto om ons door het bizarre verkeer naar Ancol te laten rijden. Ancol is een enorm groots opgezet terrein met winkeltjes, galeries, horeca, bungalows en pretparken. We beperkten ons in eerste instantie tot een rondje door de kunstwinkeltjes en een paar heerlijke Bintang biertjes op het terras.

Lunchtijd was alweer aangebroken, dus we zochten een geschikt tentje op en laafden ons aan een zeebanket bestaande uit garnalen, grote en kleine schelpen die levend en wel uit een aquarium werden bereid.

‘s middags begaven we ons naar het Batavia Café, een onmiskenbaar overblijfsel uit de koloniale tijd. Daar konden we in een luxe omgeving lekker ontspannen, met wederom een lekker biertje. Hier waren de toiletten weer erg apart. Je bleek met je leuter tegen een gigantische spiegel aan te moeten plassen. Zeer apart en vermakelijk.

De dag werd afgesloten in een barretje, waar we alle belevenissen op ons lieten inwerken. We besloten dat het weer een goed bestede dag is geweest! Wordt vervolgd…

Plan plan

Vandaag begonnen we plan plan, rustig aan. Na een ontbijtje en een verfrissende douche, zetten we koers naar Taman Mini. Dit is een soort Madurodam van Indonesie. Elke bevolkingsgroep en eiland is vertegenwoordigd in het klein met een tempeltje of wat kenmerkende huisjes. Zo bezochten we binnen één dag Bali, Sumatra, Molukken, Borneo en nog vele andere gebieden in Indonesië.

In Taman Mini hebben we flink wat uurtjes rondgelopen. Behalve de stukjes culturele vertegenwoordiging waren er ook diverse musea. Deze kenmerkten zich vooral door leegstand en achterstallig onderhoud. Het budget bleek op te zijn. Waar in elk ander publiek gebied dozijnen mensen te vinden waren die gras knippen, kaartjes controleren en bewaken, was het hier relatief gezien erg stil. Leuk was het spoorwegmuseum, met oude stoomtreinen uit de Nederlandse periode.

In de Indonesische taal blijken nogal wat Nederlandse woorden te zitten. O.a.: taksi, informasi, transportasi, merk, type en gratis. Altijd makkelijk. Aan het eind van de middag maakten we een korte tussenstop in de enorme shopping mall Lipo Karawaci, waar we genoten van een lekker maaltje en een behandeling bij de kapsalon. Bowie was spekkoper met een uur durende behandeling die bekend staat als “créme badje”. Naar eigen zeggen: ideaal!

De avond hebben we doorgebracht in twee cafés. Het Hollands café, waar je bijna meer Europeanen ziet dan in Europa was een aparte, maar wat ons betreft eenmalige ervaring. In het danscafe dat we daarna aandeden hebben we het meer naar ons zin gehad. Hier hebben we flink wat biertjes soldaat gemaakt bij de poule tafel en zijn we flink los gegaan op de dansvloer. Opa en Mala gaven zelf het goede voorbeeld. De heupen van opa bleken nog behoorlijk soepel! Aan aandacht geen gebrek en met live muziek van een herboren Indo-Elvis kregen we een ideaal slot van de dag.

Going Bogor

Woensdag hebben we lekker uitgeslapen en zijn we een beetje bijgekomen van alle indrukken die we de eerste paar dagen hebben opgedaan. Na een stevig ontbijtje zijn we vol goede moed in onze Panter met vier wiel aandrijving en verduisterde ruiten gestapt. De tocht van Jakarta naar Bogor duurde ongeveer twee uur.

Onderweg trok het ongewone landschap aan ons voorbij. In Jakarta worden de wegen voornamelijk bevolkt door nieuwe auto’s. Dit bleek verklaarbaar doordat er een wettelijke bepaling geldt dat alleen auto’s in het gebied worden toegelaten van 10 jaar of jonger. Ook brommers zijn een populair vervoermiddel. In de stad rijden er duizenden rond. Soms zitten er hele gezinnen op!

Langs de weg staan ontelbare huisjes van hout en golfplaten tussen gigantische moderne torenflats, bedrijven en hotels. De wegen zelf worden vrijwel constant bevolkt door horden mensen die van alles aan de man proberen te brengen, zoals flesjes water en fruit.

In Bogor aangekomen op het landgoed “Pamala land”, voelden we ons gelijk thuis. Wat heet! Sawa’s, palmbomen, een zorgvuldig gecultiveerde tuin, een viskwekerij en diverse huisjes van bamboe laten een onvergetelijke indruk achter.

‘s Avonds zijn tot half twee opgebleven, iets dat nog een hele opgave bleek, om de Champions League finale tussen Arsenal en Barcelona te kunnen volgen. Deze bleek zowaar live uitgezonden te worden, met Engelstalig commentaar, op een lokale zender die via de antenne te ontvangen is. Het bleek de moeite waard, in een spannende en hoogstaande wedstrijd zagen we Barca verdiend met 2-1 winnen.

Sawa’s en Karaoke

De donderdag overdag hebben we rustig aan gedaan. We hebben de dag volgemaakt met vissen, een wandelingetje rond het landgoed en het uitproberen van de onvermijdelijke Karaoke-set. In de omgeving leek de tijd soms eeuwen te hebben stilgestaan.

Het vissen in de kweekvijver bleek geen groot geduld te vergen, aangezien er zich meer vissen in dit water op bleken te houden dan ik voor mogelijk had geacht in zo’n klein bakkie. Maar het vangen van de grote jongens was voor Bowie en Steef, die de fishing rod ter hand hadden genomen, toch wat teveel gevraagd. Uiteindelijk moest het zelfgevangen visje op de barbecue nog even uitgesteld worden.

In de avonduren hebben we het nachtleven van Bogor verkend, onder begeleiding van Anga en Ari, als onze lokale gidsen. Het is ongelooflijk maar echt waar, er komen zelden blanken in dit gebied, de discotheek moet je sterk in je schoenen staan wil je aan alle aandacht van de dames het hoofd kunnen bieden. Iets dat gelukkig lukte. Maar we hebben het in ieder geval erg naar ons zin gehad, dat mag gerust een understatement worden genoemd.

Vakantieritme

Eindelijk zitten we dan toch in een echt vakantieritme want ook al start het dagelijkse leventje van de vaste bewoners in Pamala Land (een samenvoegsel van Pa en Mala) al om 6 uur, wij moesten de vorige avond nog even verwerken en kwamen daarom pas zo rond 12:00 uur onze kamers uit waggelen.

In zo’n geval kun je het beste de “breakfast” en de “lunch” samenvoegen tot simpelweg een “brunch”. Hierna moesten we maar weer even uitbuiken en bijkomen. Het volgende programmapunt behelsde een frisse duik in een nabij gelegen zwembad. Opmerkelijk is trouwens nog dat de plaatselijke bevolking soms compleet gekleed in de zwembaden lag, er werden zelfs speciale zwemhoofdoekjes gesignaleerd.

Na zo’n rustig dagje groeit toch wel langzaam de behoefte tot wat meer activiteit en daarom besloten we om een hapje buiten de deur te nuttigen. Op naar de Matahari!

Samen met Angga (zoon van Mala) en Ari (broer van Mala) gingen we eerst een lekker prakkie te eten bij “Steak 21”, want na elke dag rijst hadden we gewoon weer eens trek in een echt laki-laki-menu (laki-laki betekend: mannen!) bestaande uit vlees en patat!

Vervolgens hebben we in de stad gezocht naar een gezellige tent om een pilsje te drinken. Nu is het zeker geen probleem om een bar of discotheek te vinden met een liveband, maar het kan wel eens lastig zijn om er een te vinden waar meer bezoekers zijn dan er personeel is. Na twee tegenvallertjes besloten we dan ook om voor het gegarandeerde succes te gaan van de avond ervoor en eindigde de dag weer in de “LIPS”.

Thee, saté en de botanische tuinen

Zaterdagmorgen waren we redelijk vroeg uit de veren, want ‘s avonds een laki-laki dan ook ‘s ochtends een laki-laki. Na een goed ontbijtje vertrokken we samen met Ari, Mala, Lia en onze ouwe koloniale Opa naar Puncak-Pass, dit zijn grote thee plantages in de bergen.

De Puncak-pass werd bereikt na een rit van ruim twee uur. De weg slingerde berg opwaarts en overal langs de weg stonden klein golfplaten marktkraampjes. Helemaal boven kwamen we aan bij een restaurant. Hier konden ze volgens Opa en Mala hele goeie saté maken.

En inderdaad, onder het genot van een uitmuntend geregen stukje kips- en lamsvlees konden we met volle teugen genieten van het overweldigende uitzicht over de thee-plantages. Natuurlijk ontbrak de zelf geoogste thee niet aan onze lunch. Het werd bij iedereen in een hoog tempo in grote mokken opgediend.

Op de weg terug hebben we in een rustig tempo nog wat kraampjes bezocht en kochten daar een lokale lekkernij genaamd kroepoek bayam (een soort gefrituurde spinaziebladeren). Tijdens deze wandeling werden we wederom op gepaste afstand bijgestaan door onze blitse Panter wagen om daar enige tijd later weer in te stappen en naar de Botanische tuinen te rijden.

De Botanische tuinen vormen een enorm natuurreservaat waar allerlei verschillende bomen bij elkaar zijn gebracht. Niet alleen bomen uit Indonesië maar uit de hele wereld. We hebben daar een wandeling gemaakt die uiteindelijk bij een prachtige waterval uitkwam.

Op de terugweg naar de auto struikelden we bijna over een kudde apen, en hebben we menig aap op de gevoelige plaat vast weten te leggen!

Bijzonder om te zien hoe behendig deze dieren zich hoog tussen de boomtakken door slingeren.

‘s Avonds gingen we na wat glaasjes whiskey en enkele sigaartjes bijtijds ons welverdiende uiltje knappen.

Jungletocht

Vandaag stonden we vroeg op! We hadden namelijk een Missie. We gingen “de Berg” trotseren!

Verdeeld over twee zogeheten checkpoints hadden we als einddoel de moeilijk bereikbare watervallen. De fellowship bestond uit Angga, Bowo, Jaja, & Siti die hun reis te been begonnen vanuit het schitterende Pamalaland, richting het eerste checkpoint: “Het Huis van de Rangers”.

Zwaar bepakt en bezakt met allerlei kampeer- en overlevingsspullen liepen we door de o-zo-hete zon in de straten van Bogor. De plaatselijke Indo’s namen onze tocht verwonderd waar, maar wij lieten ons niet van de wijs brengen en liepen vol goede moed richting de enorme berg.

Eenmaal aangekomen bij het eerste checkpoint stonden daar twee bikkelharde mannen klaar die de Jungle op hun duimpje kennen. Bewapend met een gigantisch kapmes, ijzeren speer en een viertal bloeddorstige maar zorgvuldig getrainde honden liepen zij voorop om onze tocht te vervolgen naar het tweede checkpoint.

Tijdens ons eerste deel van onze tocht vertelde Angga dat de rangers vaak de bergen in gingen met alleen wat water en een kapmes om zo een week lang te overleven. Dwars door de uitgestrekte sawa’s en langs kleine stroompjes met water uit de berg liepen wij bergopwaarts en genoten volop van het fantastische uitzicht dat naarmate we hoger kwamen steeds indrukwekkender werd. Het eerste obstakel was een gammele brug van bamboe waar we glibberend overheen liepen.

Aangekomen bij het tweede checkpoint “een huisje in de middle of no nowhere waar een klein gezinnetje woont” konden we even bijkomen en een lekker watertje nuttigen. Onze equipment van onze schouders vertrokken we richting de watervallen. Via een lang en dichtbebost weggetje worstelden we ons over grote keien. Het smalle pad werd geleid langs een flinke afgrond dus een grote hoeveelheid concentratie was vereist. Ook hier kwamen we weer kleine bamboe bruggetjes tegen waar je gemakkelijk door heen kon zakken of uit kon glijden. Gelukkig liep alles gladjes en bereikten we na een 45 min durende klim ons hoofddoel. De watervallen!

Fantastisch mooi! Het leek wel of we de eerste waren die het hadden ontdekt. Een stukje paradijs dat nog niet verpest is door de commercie. Nergens kon je sporen vinden van mensen die hier al eerder waren geweest. Ideaal! Zo konden we hier een lekkere douche nemen onder het frisse bergwater dat met hoge snelheid uit de waterval op je hoofd kletterde.

Na ongeveer twee uurtjes moesten we weer vertrekken want Angga had het gevoel dat het zou gaan regenen. Naar beneden ging een stuk sneller alleen moesten we nu nog beter oppassen voor slipgevaar. Weer door het woeste berglandschap worstelden we ons naar beneden waar ik (Steef) ondertussen leeg werd gezogen door een bloedzuiger. Professioneel werd die verwijderd door Angga met een natte sigaret. Zo konden we snel weer verder met onze afdaling richting checkpoint 2. We hoefden nog maar 200 meter te lopen en ja hoor. Daar vielen de eerste druppels op ons hoofd voor een donderende tropische regenbui.

Bij het huisje konden we lekker schuilen tegen de regen die steeds heviger was geworden. Onder het genot van een lekker bakkie mie konden we hier even goed bijkomen van onze avonturen op de berg.

Gezien de weersomstandigheden besloten we om geen overnachting op de berg te wagen. Bow & Jer bleven nog lekker even nagenieten met een bak Mie van het mooie uitzicht terwijl Angga & ik (Steef) afdaalden naar de dichtstbijzijnde Sejati (een heel klein winkeltje, Sejati vertaalt zich in het Nederlands als “echt”) om wat geld te wisselen, water te kopen en een kleinigheidje voor de familie op de berg.

Helaas namen wij een verkeerde afslag in het oerwoud en belandden op een naast gelegen berg. Na een uur door de bergen te banjeren kwamen toch nog bij de Sejati. Inmiddels waren de zolen van mijn schoenen echter helemaal kapot gegaan en moest ik de berg op met de blote voeten. Daarbij kwam nog dat het enorm ging onweren dus besloten we om even te gaan schuilen. Het noodweer bleef echter maar aanhouden waardoor we toch onze tocht bergopwaarts moesten voortzetten.

Intussen zaten Bow & Jer nog boven, hoog op de berg in het middeleeuwse berghutje, in gezelschap van Indonesiërs die geen woord Engels machtig waren. Na een barre tocht was onze groep weer compleet. Toen de rangers zagen dat mijn schoenen helemaal kapot waren en gingen ze ondanks de taalbarrière direct aan de slag. Met een kapmes en een stuk touw hebben ze de schoenen helemaal weer opgelapt en steviger gemaakt dan ooit! Zo konden we gezamenlijk beginnen aan de tocht naar beneden. Onderweg stapten we nog bijna op een gigantische schorpioen die zich tussen het gras verscholen had.

Tegen de avond aan kwamen uitgeput weer aan in Pamalaland waar een heerlijk maaltje van saté, nasi & rendang op ons stond te wachten. Na het eten hebben Bow & Jer nog langdurig genoten van Arie’s welbekende martel technieken (lees Massage). Na deze dag kunnen we onszelf Laki Laki Sejati noemen: echte Mannen! Nog een lekker biertje en dan gauw naar bed.